Openbare Ruimte

Openbare ruimte is een begrip dat te pas en te onpas gebruikt wordt. Zeker in discussies kan je de term vaak horen vallen, en maar zelden is men het met elkaar over de definitie eens.

Met name de vraag of winkels nu onder openbare ruimte vallen levert nogal eens flinke woordenwisselingen.

Het enige passende antwoord is daarentegen dat hier geen eenduidige wetgeving over bestaat en dat de invulling zelfs per gemeente kan verschillen.

In dit korte artikel gaan we dieper in op de vraag wat openbare ruimte nu is, om dit geschil eens en voor altijd te beslechten. Wil jij dus ook weten of winkels onder de openbare ruimte vallen?

Lees hieronder snel verder en je zal in geen enkele discussie over de openbare ruimte nog met een mond vol tanden staan!

Wat zegt de wetgeving?

wetgeving

Je zou zeggen dat een kijkje in het wetboek nemen de gemakkelijkste en snelste manier is om te bepalen wat onder de openbare ruimte valt.

Daarvoor moet je zijn bij de Wet Basisregistratie Adressen en Gebouwen.

Deze wetgeving bepaalt dat gemeentes het grondgebied van een gemeente indeelt en dat zij verplicht zijn een aantal verschillende basisgegevens bij moet houden in een geautomatiseerd systeem van de overheid.

De Wetgeving Basisregistratie Adressen en Gebouwen is op 1 juli 2009 voor het eerst in werking getreden en op 28 juli 2018 voor het laatst herzien.

De Wet Basisregistratie Adressen en Gebouwen (online hier volledig in te zien) luidt officieel:

Wet van 24 januari 2008, houdende regels omtrent de basisregistraties adressen en gebouwen (Wet basisregistraties adressen en gebouwen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter bevordering van een goede vervulling van publiekrechtelijke taken wenselijk is om een basisregistratie adressen en een basisregistratie gebouwen tot stand te brengen;

Vervolgens wordt de inhoud van de wetgeving in een iets minder dan vijftig verschillende artikelen volledig omschreven. Voor de openbare ruimte is met name Artikel 1 relevant.

Hier worden de definities van de verschillende basisgegevens die geregistreerd moeten worden gegeven. En onder paragraaf j in artikel 1 van de Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen lezen we:

openbare ruimte: door het bevoegde gemeentelijke orgaan als zodanig aangewezen en van een naam voorziene buitenruimte die binnen één woonplaats is gelegen;

En daarmee komen we eigenlijk direct al bij de kern waarom het begrip openbare ruimte zoveel discussie oplevert. Het is immers aan de gemeenten zelf om te bepalen wat zij onder openbare ruimtes verstaan.

Anders gezegd: Wat in Amsterdam als een openbare ruimte gezien kan worden, hoeft in Rotterdam niet dezelfde status te hebben.

Rotterdam houdt er bijvoorbeeld een vrij eenvoudige opvatting op na. In feite wordt alle niet privé eigendom aldaar als openbare ruimte gezien.

Amsterdam heeft echter bepaalde toevoegingen aan de opvatting, waardoor zelfs privé-eigendommen als openbare ruimte kunnen worden gezien:

  • als deze voldoet aan de definitie van ‘openbare ruimte’ in artikel 1, onder j, van de Wet BAG;
  • als er verblijfsobjecten, stand- en ligplaatsen aan deze openbare ruimte liggen;
  • als het van belang is om deze locatie te kunnen vinden;
  • als een buitenruimte voorkomt in een andere registratie waarvan het college bronhouder is, en voldoet aan criterium 1, 2 of 3; of
  • voor wat betreft een openbare ruimte van het type weg, als deze weg voldoet aan de definitie van weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.

Met name de derde bepaling kan ruim worden opgevat en daardoor tot ongebruikelijke tot openbare ruimte aangemerkte eigendommen leiden.

Is er jurisprudentie betreffende winkels als openbare ruimte?

Allemaal leuke en aardig natuurlijk, maar dat geeft nu nog steeds geen volledige duidelijkheid of winkels nu wél of niet als openbare ruimte worden gezien.

Gelukkig is er dan de rechterlijke macht nog, die hier in het verleden meermaals uitspraken over heeft gedaan. Helaas is zelfs de wetgeving het niet altijd even goed met zichzelf eens.

Zo oordeelde de Amsterdamse voorzieningenrechter in 2014 dat winkels GEEN publieke ruimte zijn. Bepalend is de uitspraak “de voorzieningenrechter [is] van oordeel dat een winkel geen publieke ruimte is”.

De volledige uitspraak valt hier terug te lezen.

In 2020 maakte de coronacrisis van winkels als openbare ruimte of niet weer een heet vraagstuk. Dit omwille van de mogelijkheid om maskerplicht in winkels te ontwijken.

De in 2020 ingevoerde Coronanoodwet is echter duidelijk: winkels vallen per definitie onder de open ruimte.

Conclusie

Er is veel onduidelijkheid betreffende de publieke status van winkels. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat er in de wet niet gesproken wordt over winkels als onderdeel van de publieke / openbare ruimte.

Uitspraken gedaan door de rechterlijke macht zijn om die reden die beste manier om na te gaan of winkels onder de publieke ruimte vallen.

In de Coronanoodwet van het jaar 2020 is vastgelegd dat winkels te allen tijde onder openbare ruimte valt. Momenteel wordt beargumenteerd dat publiek een noodzakelijk onderdeel is om winkels geopend te kunnen houden.

Om die reden worden winkels als onderdeel van de openbare ruimte gezien.

Totdat er nieuwe jurisprudentie tevoorschijn gekomen is of de wetgeving specifiek over winkels en openbare ruimten spreekt, moeten winkels dus als een openbare ruimte beschouwd worden.